Alkeaans: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting Label: Ongedaan gemaakt |
Geen bewerkingssamenvatting Label: Ongedaan gemaakt |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Een kenmerkend onderdeel van het Alkeaans is dat de accusatief van de nominatief verschilt doordat in de accusatief de beginmedeklinker van de laatste lettergreep stemloos wordt uitgesproken, neem bijv. ''kiga'' 'kind' [kiˈga] dat in de accusatiefsvorm ''kika'' [kiˈka] wordt. woordvolgorde in basiszinnen is SVO bij overgankelijke werkwoorden, en VS bij onovergankelijke, bijv. ''Kiga vót kapa''[kiˈga voːt kɑˈpa] (het kind ziet de man) en ''Núdá kiga'' (het kind droomt) [nuːdaː kiˈga]. Er bestaat ook een genitief. die bijv. wordt gebruikt voor van of uit of over. Getalsvevoeging van werkwoorden gaat uit van het voorwerp of onderwerp van een niet overgankelijk werkwoord, Getalsvormen zijn enkelvoud, tweevoud, paarvoud (bij dingen die in en paar voorkomen), en meervoud. Werkwoordsvervoeging maakt geen onderscheid tussen tweevoud en paarvoud. Verleden tijd bestaat uit korte en lange verleden tijd vuót [vuoːt] ''ik zag (kort geleden)'' vuóst [vuoːst] ''ik zag (langer geleden). | Een kenmerkend onderdeel van het Alkeaans is dat de accusatief van de nominatief verschilt doordat in de accusatief de beginmedeklinker van de laatste lettergreep stemloos wordt uitgesproken, neem bijv. ''kiga'' 'kind' [kiˈga] dat in de accusatiefsvorm ''kika'' [kiˈka] wordt. woordvolgorde in basiszinnen is SVO bij overgankelijke werkwoorden, en VS bij onovergankelijke, bijv. ''Kiga vót kapa''[kiˈga voːt kɑˈpa] (het kind ziet de man) en ''Núdá kiga'' (het kind droomt) [nuːdaː kiˈga]. Er bestaat ook een genitief. die bijv. wordt gebruikt voor van of uit of over. Getalsvevoeging van werkwoorden gaat uit van het voorwerp of onderwerp van een niet overgankelijk werkwoord, Getalsvormen zijn enkelvoud, tweevoud, paarvoud (bij dingen die in en paar voorkomen), en meervoud. Werkwoordsvervoeging maakt geen onderscheid tussen tweevoud en paarvoud. Verleden tijd bestaat uit korte en lange verleden tijd vuót [vuoːt] ''ik zag (kort geleden)'' vuóst [vuoːst] ''ik zag (langer geleden). | ||
[[/Verbuiging | [[/Verbuiging]] | ||
Versie van 12 feb 2024 09:16
Alkeaans is een taal bedacht door Kelvin Voskuijl. werk in uitvoering
Grammatica
Een kenmerkend onderdeel van het Alkeaans is dat de accusatief van de nominatief verschilt doordat in de accusatief de beginmedeklinker van de laatste lettergreep stemloos wordt uitgesproken, neem bijv. kiga 'kind' [kiˈga] dat in de accusatiefsvorm kika [kiˈka] wordt. woordvolgorde in basiszinnen is SVO bij overgankelijke werkwoorden, en VS bij onovergankelijke, bijv. Kiga vót kapa[kiˈga voːt kɑˈpa] (het kind ziet de man) en Núdá kiga (het kind droomt) [nuːdaː kiˈga]. Er bestaat ook een genitief. die bijv. wordt gebruikt voor van of uit of over. Getalsvevoeging van werkwoorden gaat uit van het voorwerp of onderwerp van een niet overgankelijk werkwoord, Getalsvormen zijn enkelvoud, tweevoud, paarvoud (bij dingen die in en paar voorkomen), en meervoud. Werkwoordsvervoeging maakt geen onderscheid tussen tweevoud en paarvoud. Verleden tijd bestaat uit korte en lange verleden tijd vuót [vuoːt] ik zag (kort geleden) vuóst [vuoːst] ik zag (langer geleden).
Fonologie
woorden worden beklemtoond op de laatste lettergreep. Een van de klanken in de taal is de labiodentale flap die onder andere voorkomt in het woord [ⱱaˈzu] vazu vrouw [b͡ⱱ] komt ook voor, bijv. in [b͡ⱱɑˈto] douche