Alkeaans
Alkeaans is een taal bedacht door Kelvin Voskuijl. werk in uitvoering
Grammatica
Een kenmerkend onderdeel van het Alkeaans is dat de accusatief van de nominatief verschilt doordat in de accusatief de beginmedeklinker van de laatste lettergreep stemloos wordt uitgesproken, neem bijv. kiga 'kind' [kiˈga] dat in de accusatiefsvorm kika [kiˈka] wordt. woordvolgorde in basiszinnen is SVO bij overgankelijke werkwoorden, en VS bij onovergankelijke, bijv. Kiga vót kapa[kiˈga voːt kɑˈpa] (het kind ziet de man) en Núdá kiga (het kind droomt) [nuːdaː kiˈga]. Er bestaat ook een genitief. die bijv. wordt gebruikt voor van of uit of over. Getalsvevoeging van werkwoorden gaat uit van het voorwerp of onderwerp van een niet overgankelijk werkwoord, Getalsvormen zijn enkelvoud, tweevoud, paarvoud (bij dingen die in en paar voorkomen), en meervoud. Werkwoordsvervoeging maakt geen onderscheid tussen tweevoud en paarvoud. Verleden tijd bestaat uit korte en lange verleden tijd vuót [vuoːt] ik zag (kort geleden) vuóst [vuoːst] ik zag (langer geleden). Er bestaat voor het onderwerp ook een doelgerichte vorm met een e of ɛ klank voor de laatste klank bijv. Kigea torí síta [kiˈgɛa toˈriː siːˈta] het kind leest het boek (doelgericht) vs. Kiga torí síta [kiˈga toˈriː siːˈta] het kind leest het boek (niet-doelgericht).
Verbuiding van mannen
- kaba enkelvoud nominatief
- kapa enkelvoud accusatief
- kabas tweevoud nominatief
- kapas tweevoud accusatief
- kabais paarvoud nominatief
- kapais paarvoud accusatief
- kabase meervoud nominatief
- kapase meervoud accusatief
Voté is zien
vótis zien (tweevoud/paarvoud)
Vótas meervoud
Bij de meeste werkwoorden wordt bij verleden tijd een klinker net iets voor de gewone klinker gezet, bij de langer verleden tijd komt er ook nog een s bij.
Fonologie
woorden worden beklemtoond op de laatste lettergreep. Een van de klanken in de taal is de labiodentale flap die onder andere voorkomt in het woord [ⱱaˈzu] vazu vrouw [b͡ⱱ] komt ook voor, bijv. in [b͡ⱱɑˈto] douche